Gras

Gras

In een bijlage van een vakblad voor paardenhouders werd aandacht besteed aan het ‘bevangen’ raken van paarden. Ik heb altijd gemeend dat dit te wijten was aan een te hoog eiwitgehalte in het gras. En dan met name in het voorjaar als het gras snel groeit. Volgens het artikel heeft dit te maken met het suikergehalte van het gras. Omdat ook mijn geiten ondanks het frequent ontwormen toch wel eens ‘dun op de mest’ zijn, was mijn aandacht gewekt.Vooral bij het geven van een nieuwe wei waarin het gras hard groeit kan dat voor een geit wel eens problemen geven wat betreft de stofwisseling. Geiten blijken dus ook gevoelig voor het suikergehalte in het gras. Zij raken er weliswaar niet ‘bevangen’ van, maar geiten die zich te buiten gaan in een nieuwe wei kunnen wel te maken krijgen met allerhande ongemakken. De beruchte ziekte ’t Bloed.
Nu aandacht voor het suikergehalte in jong gras.
Het meervoudige suiker fructaan, een zogenaamde polysaccharide, ontstaat onder invloed van zonlicht igeit in de wein het gras tijdens de fotosynthese (het stofwisselingsproces in het gras). Het is een bouwstof die ontstaat in de grasplant. deze bouwstof dient als tijdelijke opslag wanneer bij de fotosynthese te veel energie geproduceerd wordt, welke niet voor de groei van het gras gebruikt wordt. Hoeveel energie er geproduceerd wordt en hoeveel er verbruikt wordt, is van veel factoren afhankelijk. Onder andere van de intensiteit van de zonnestraling, de temperatuur op de dag zelf en de plantensoort. Veel zon en warmte betekent een sterke plantengroei en daardoor weinig achterblijvend fructaan in het gras. Zonlicht en kou zorgen voor een hoog fotosyntheseniveau maar ook dat de plant nauwelijks of niet groeit. hierdoor wordt overvloedig geproduceerde energie in de vorm van fructaan (90%) en zetmeel wordt opgeslagen.

Hennie Tuenter