Afrikaanse Boergeit of Boerbok
Dit is een typisch vleesras dat zijn oorsprong in Zuid- Afrika heeft. In 1977 is de Afrikaanse Boerbok als embryo in Duitsland geïmporteerd door de universiteit van Göttingen. Het houden van vleesgeiten is een vorm in de geitenhouderij geschikt voor mensen die geen belang hebben bij melkgeitenhouderij. De geiten brengen doorgaans twee lammeren per worp, hebben een goede melkproductie voor de lammeren en goede moedereigenschappen.
Boergeiten hebben een doorlopende bronstperiode gedurende het hele jaar. De groeisnelheid van de lammeren ligt in de eerste drie maanden gemiddeld op 200-250 gram per dag. Ook voor de hobbyist is de Boergeit een aantrekkelijk dier: aanhankelijk en rustig. De bokken hebben de prettige eigenschap dat ze de penetrante geur minder verspreiden dan andere rassen.
Boergeiten zijn wit met een rode kop, met of zonder bles. De rode kleur mag tot 25% in het witte gedeelte terugkomen. De kleur kan variëren van bleekrood tot roodbruin.
Alpine Polychrome
De Alpine Polychrome is een zeldzame geit die vermoedelijk afstamt van de normale Alpine geit. In Nederland zijn er slechts enkele exemplaren van de Alpine Polychrome aanwezig.
Uiterlijke kenmerken en eigenschappen: de Alpine Polychrome onderscheidt zich van een normale Alpine geit door de kleur van de vacht. De vacht is kortharig. Bruin is de basiskleur, maar daarnaast zijn er vlekken in verschillende andere kleuren.
Anglo-Nubische geit
In Engeland is dit geitenras ontstaan door het kruisen van inheemse rassen met uit het Oosten geïmporteerde dieren. Het ras is dadelijk te herkennen aan de korte kop met lange, brede, slap afhangende oren en een uitgesproken ramsneus. De beharing is kort en glad. Alle kleuren zijn toegestaan in bonte, gevlekte of gespikkelde combinaties, of effen. Bruin met een zwarte aalstreep komt het meeste voor.
De houding is totaal verschillend van die van andere rassen. Het dier draagt het hoofd hoog opgeheven waardoor een ‘voorname’ uitdrukking ontstaat. In het algemeen hebben de Anglo-Nubiërs een zacht en aanhankelijk karakter met een sterke onderlinge band. Het is het grootste geitenras en de bokken moeten een schofthoogte hebben van minimaal 90 cm, geiten minstens 80 cm. De melk heeft een zeer hoog vetgehalte.
Angorageit
De Angorageit komt oorspronkelijk uit Turkije ( Ankara) . Momenteel bevinden de meeste Angorageiten zich in Zuid-Afrika, Amerika (Texas) , Australië en Canada. De laatste jaren zien we ze ook steeds meer in Europa. De Angora’s in Nederland zijn hoofdzakelijk afkomstig uit Canada. De Angorageit is de leverancier van de mohair. Mohair heeft duidelijke kwaliteitskenmerken zoals de glans, veerkracht en warmte. Het is erg licht in gewicht. Mohair wordt ook wel vermengd met wol of synthetische vezels om een speciaal glanzend weefsel te krijgen.
De Angorageit wordt tweemaal per jaar geschoren. De jaaropbrengst varieert naar leeftijd en geslacht tussen de 4 en 10 kg. De opbrengst is ook sterk afhankelijk van de kwaliteit voer en leefomstandigheid. De kwaliteit van mohair wordt bepaald door de fijnheid van de enkele haar, ongeveer 20 – 40 micron. Mohair is zilverwit glanzend als zijde. De fijnste kwaliteit is de z.g. kidmohair van lammeren tot de 4e schering. Opmerkelijk is dat de bokken niet die penetrante bokkenlucht hebben. De Angorageit komt uitsluitend gehorend voor. De horens van de geiten zijn naar achteren gebogen. Bij de bokken staan ze in een ruime bocht zijwaarts naar achter gebogen . Men ziet het liefst een iets vlezig dier met een diepe borst . Angorageiten kunnen in ons klimaat goed gehouden worden, maar hebben net als alle andere geiten een goede stal nodig.