Hierbij enkele tips om uw dekbok het dekseizoen goed te laten doorkomen:
-Laat een jonge bok nog niet té vaak en té veel dekken. Begin daar rustig mee. Bijv. 1x per dag. De aanmaak van spermacellen bereikt nog niet het niveau van een volwassen dekbok. Afhankelijk van het ras kan een bok met een maand of vijf dekken. Past u dus op met bokken die nog bij de kudde in de weide lopen. Sommige bokken kunnen al eerder dekken, naar gelang de ontwikkeling van het dier. Dit om ongewenste zwangerschappen te voorkomen.
Kan een jonge bok niet goed bij een grote geit dan kunt u proberen de geit wat lager te plaatsen of de bok wat hoger. Een klein opstapje kan het verschil al maken.
-Geiten zijn vaak tegelijk rits. Het is net of ze elkaar aansteken. Als u er een bok bij in laat lopen en er zijn meerdere geiten tegelijk rits dan moet u wel zeker kunnen zijn dat de geiten gedekt worden. Een bok is dan vaak met één en dezelfde geit bezig en dekt haar telkens opnieuw. Haal de bok dan even naar binnen en laat na een poos de andere geit ‘uit de hand’ dekken.
-Twee keer snel achter elkaar laten dekken heeft geen zin. Er zitten niet of nauwelijks spermacellen in de ‘tweede keer’. Het lijkt wel stoer voor de bok maar drink liever eerst een kop koffie en laat de bok daarna nog een keer dekken.
-Het dekseizoen is voor een bok een uitputtingsslag. Er zijn bokken bij die niet of nauwelijks eten. Verwen uw bok door hem wat extra’s te geven. Kalvermuesli of spebiemix kan een welkome aanvulling zijn op het rantsoen van de bok. Het is smakelijk en er zitten extra vitaminen en mineralen in.
Het spreekt vanzelf dat uw dekbok netjes bekapt moet zijn. Pas op met gladde hokken! De dekken zelf kan het beste buiten gebeuren.
Hennie Tuenter
