Hooi is een essentieel onderdeel van de dagelijkse behoefte aan ruwvoer van een geit. Vandaar aandacht voor het hooi in dit artikel. Het is in ons landje nog niet zo gemakkelijk goed hooi binnen te halen. Wat verstaan we dan onder de term ‘goed hooi’? Goed hooi moet lekker ruiken, genoeg suikers bevatten, dus smakelijk zijn, goed droog, niet stoffig, geen schadelijke onkruiden bevatten en minstens zes weken gelegen hebben voor gebruik. Dat is omdat hooi altijd ‘nawerkt’. Het moet dus eerst goed afsterven, de broei moet eruit.
Er bestaan verschillende soorten hooi. We kunnen grofweg de volgende soorten onderscheiden:
- Luzerne hooi
- Natuurhooi / kruidenhooi
- Commercieel hooi
- Gemengd hooi
- Graszaadhooi
Hooi1

Luzerne hooi
Meestal bestaat hooi uit gedroogd gras, er is echter ook Luzerne hooi dat uit gedroogde Luzerne bestaat. Luzerne hooi is bij ons niet zo bekend, het vergt een extra lange tijd van drogen. Gedroogde luzerne is verkrijgbaar als kunstmatig gedroogd of zongedroogd hooi. Aan de basis staat de vlinderbloemige luzerneplant, die een smakelijk structuur- en eiwitrijk product levert voor melkkoeien, kalveren, paarden, geiten en schapen. Het product bezit een aantal voedingsstoffen, zoals
ß-Caroteen en Vitamine E, die de gezondheid van de dieren bevorderen.
Kunstmatig gedroogde luzerne is gehakseld op een lengte van 4 a 6 cm. Er is zorg aan besteed dat het blad, en daarmee de voedingsstoffen zo goed mogelijk behouden blijven.

Natuurhooi / kruidenhooi
Dit is hooi dat uit een natuurgebied komt, het zogenaamde beheershooi. Dit hooi is later gehooid, omdat menhooi ophalen 2 vaak volgens een beheersovereenkomst werkt.
Zo is er een beheersovereenkomst genaamd: ‘weidevogels’, die bepaalt wanneer een grasland gemaaid mag worden. De tijdspan van deze overeenkomst, heeft te maken met het broedseizoen van de in dat gebied aanwezige vogels. Meestal mag dit niet vóór 1 juli. Dit gras is in de meeste gevallen niet bemest, of het moet later in het seizoen door aanwezige dieren zijn gebeurd. Het is dan ook heel anders van structuur dan het normale weidehooi. Het bevat aannemelijk meer ruwe celstof , maar heel wat minder eiwit en vetten. Dit hooi bevat wel vaak een aantal smakelijke kruiden zoals bijvoorbeeld: witte klaver, scherpe boterbloem, wollig zorggras, lammerenstaart, ruwbeemdgras, speerdistel en ridderzuring.

Ook kan men hooi kopen dat speciaal gewonnen wordt op bergweidegebieden bij onze oosterburen. Dit hooi is niet tot nauwelijks bemest en bevat vele kruiden die specifiek voorkomen in dat gebied. Het heeft een bepaalde specifieke reuk en dat komt door de kruiden die in desbetreffend gebied voorkomen. Geiten die eenmaal dit soort hooi geproefd hebben, willen vaak niets anders meer. Het is aan te bevelen dit hooi te voeren aan geiten die bijvoorbeeld moeten herstellen van een ziekte.

Commercieel hooi
Commercieel hooi wordt landelijk gewonnen in al dan niet aangewezen stukken weiland. Het wordt fabrieksmatig gedroogd en vaak als kleine pakketjes verkocht in bijv. een supermarkt als voeder voor kleine huisdieren (knagers). Ook kan dit hooi in kleine blokjes worden geperst en zodoende gevoerd worden. (denk aan diepvriesspinazie) Dit hooi is erg duur in aanschaf en minder geschikt voor geiten. Het bevat vaak te weinig structuur.

Gemegrof hooingd hooi
Dit is commercieel hooi waaraan kruiden zijn toegevoegd. Zo kun je hooi krijgen met klaver, kamille, brandnetel, extra luzerne (niet te verwarren met luzernehooi), paardebloemen, pepermuntbladen, rozenbottels enz. Dit hooi is meestal prima van kwaliteit maar de prijs ligt erg hoog. Vandaar dus ook niet geschikt om te voeren aan uw geiten.

Graszaadhooi
Graszaadhooi is gedorst en bestaat uit de stengels van uitgebloeid gras.
Het is een bijproduct van de graszaadteelt dat overblijft na het dorsen
van het graszaad. Graszaadhooi is een structuurrijk product met pensprikkeling.

Vanwege de grote afhankelijkheid van de weersomstandigheden bij de winning varieert de kwaliteit van zeer smakelijk tot muf.
Het wordt gemaakt van grassoorten van goede kwaliteit, zoals Engels raaigras en bijv. Timotheegras. Graszaadhooi bevat weinig voedingsstoffen meer, is daarom minder geschikt voor geiten. Echter voor geiten die te dik zijn maar wel genoeg eten willen is het uitermate geschikt.
Daarnaast is het natuurlijk vanzelfsprekend dat hooi verschilt naar gelang welke grassoort gebruikt is. Gebruik géén hooi dat geoogst is langs de berm van een drukke snelweg. Dit omdat het vaak verontreinigd is met zware metalen.
De kwaliteit van weide hooi wordt bepaald door:
- de lengte van het grasgeit eet hooi 2
- de grondsoort
- de bemesting
- het land van herkomst.
- tijdstip van maaien

Hoe jonger het gemaaide gras des te hoger is de voederkwaliteit. Als het gras gaat doorschieten (bloemstengels gaat vormen) wordt het gras minder goed verteerbaar en is het ook minder smakelijk. Voor geiten en paarden echter is dit juist goed. Grover hooi bevat meer celstructuur en is zodoende beter voor de penswerking.
Paarden die niet te eiwit en vetrijk mogen eten is dit prima hooi. Vandaar dat men ook voor dit soort hooi de benaming ‘paardenhooi’ heeft.

Opslag van hooi
Hooi werd vroeger opgeslagen in een hooiberg. Tegenwoordig wordt het geperst in baaltjes, die makkelijk in een schuur zijn op te slaan. Het is erg belangrijk dat het hooi goed droog is, daar er mhooiakkelijk broei kan ontstaan in de baaltjes. Bij hooi dat afkomt van een weide die minder of geheel niet bemest is geweest zal niet zo snel broei ontstaan in de balen. Hoe sneller het gras onder invloed van bemesting gegroeid is des te eerder men kans op broei heeft. Soms wordt het bij bemeste weiden afgeraden de eerste snede te gebruiken voor hooi. Hooi werkt nog zo’n zes weken na. Dat wil zeggen dat het nog ‘nabroeit’.

Geef dus ook geen hooi dat nog vers van het land komt. Het is beter voor uw geiten te wachten tot de broei eruit is. Om broei tegen te gaan kan er ook gebruik gemaakt worden van een hooiventilator. Tijdens het opstapelen van het de hooibalen wordt dan een ventilatiekanaal vrijgehouden waarvoor de ventilator komt te staan. Deze blaast droge lucht tussen de balen hooi en zorgt voor voldoende ventilatie. Dat kan een uitkomst zijn wanneer men twijfelt aan de droogheid van het hooi.
Tegenwoordig is het ook mogelijk om het hooi in plastic baaltjes te laten wikkelen. Dat kan in klein formaat of wat groter, naar gelang de behoefte. Het hooi blijft hierin goed bewaard maar verliest de specifieke hooigeur. Ook kan er extra melasse (suikers) of een houdbaarheidsmiddel aan toegevoegd worden.
Hennie Tuenter